d'Antieke velokes is een sub-club van de oldtimerclub "Oude Gloriën".
Mensen met een hart voor "den ouden velo" zijn hier welkom om deel te nemen aan verscheidene ritten per jaar, een fietsbeurs enz.
De verantwoordelijke en tevens aanspreekpunt voor deze club is Henri Bruyneel.
Geschiedenis van de fiets
1800 – 1830 – De uitvinding van de fiets
Hoewel er betwistbare bewijzen zijn dat er voor 1800 fietsen bestonden, wordt over het algemeen aangenomen dat de eerste fiets in 1817 in Duitsland werd uitgevonden door een zekere Baron Karl van Drais. Hij werd de “Laufmaschine” (loopmachine genoemd.
Andere uitvinders namen het concept over, in het bijzonder de Londenaar Denis Johnson, die een nieuwe, verbeterde versie ontwikkelde van Drais’ oorsponkelijke loopmachine. Bijna geheel uit hout gesneden, met een sturend voorwiel, was dit rijwiel ontworpen om de reistijd te halveren. Deze tweewielige uitvinding was niet van trappers voorzien, waardoor de berijders hem, niet zonder risico, met hun voeten moesten voorstuwen, terwijl ze zich bergaf lieten rollen en probeerden in te blijven. Het kreeg de bijnaam het “stokpaard”, zoals het kinderspeelgoed, en de “Draisine” (naar de baron) en stond officieel bekend als de “vélocipède”. Het stokpaard leek al min of meer op de tweewielers die we vandaag kennen.
1840 – 1870 – Driewielers & Boneshakers
In de loop van de jaren 1860 ontwikkelde Pierre Michaux, oprichter van het bedrijf Michaux, de eerste echt populaire en succesvolle fiets met twee wielen. Deze was voorzien van pedalen en zwengels aan het voorwiel zodat de berijder de fiets kon aandrijven door te trappen. Toch had hij ook enkele nadelen. Zo maakte men gebruik van een starre metalen frame en ijzeren banden die de fiets moeilijk hanteerbaar maakten – sommige wogen liefst 50 kilo. Deze fietsen stonden bekend al “boneshakers” en waren, zoals de naam zegt, uiterst oncomfortabel en moeilijk te besturen. Ze waren ook niet praktisch om te “beklimmen”, omdat de berijder ernaast moest lopen en dan bij hoe snelheid op het zadel te springen. Men begon een aantal veranderingen in te voeren zoals het toevoegen van rubberen banden om de met metaal beslagen banden te vervangen en kogellagers om de beweeglijkheid van de pedalen te verbeteren. Efficiëntere vormen van vervoer werden verder ontwikkeld.
1880 – 1910 – Leren fietsen met vallen en opstaan
Tussen 1869 en 1880 nam de vraag naar fietsen die over langere afstanden gebruikt konden worden en grotere snelheden konden halen voortdurend toe. Rond de jaren 1880 vergrootten de fabrikanten de omtrek van het voorwiel tot huiveringwekkende proporties. Dit nieuw rijwiel met een buitenmaats voorwiel raakte bekend onder de naam “penny-farthing” (kwartje-dubbeltje) omdat het van de zijkant leek op een grote Britse penny, gevolgd door een kleinere farthing munt. ”Hoge bi” was een andere bijnaam voor het voertuig. In deze periode zorgden verschillende belangrijke uitvindingen voor een vermindering van het gewicht van het frame en voor meer comfort voor de fietser. Het wielontwerp werd verder ontwikkeld met spaken en kogellagers. Het hoge wiel, kenmerkend voor het ontwerp van de Hoge bi, mag de fiets dan wel verder en sneller laten gaan bij elke omwenteling van het voorwiel, het was absoluut niet praktisch. Het “leren vallen” was een noodzakelijk vaardigheid, die elke berijder van de Hoge bi fiets leren moest !
1880 – 1910 – De eerste damesfiets
Ondanks verbeteringen als luchtbanden en remmen duurde het niet lang of de Hoge bi was afgeschreven.
Tegen eind 1890 werd de “safety bicycle” (veiligheidsfiets) met gelijke wielen één van de belangrijkste ontwikkelingen in de evolutie van de fiets. Dit werd het moderne frame voor de hedendaagse fiets, samen met andere belangrijke elementen zoals pedalen op een trapas die het achterwiel aandrijven met een ketting en versnellingen en handgrepen en de vork van het voorwiel die we nog altijd bij de huidige fietsmodellen terugvinden.
Deze periode werd bekend als de “gouden eeuw” of de periode van de fietsrage. Het had ook ingrijpende gevolgen voor de rol van vrouwen in de samenleving waardoor de fiets een nieuwe bijnaam kreeg : de “freedom machine”.
Een vrouw die kon fietsen, kon genieten van meer fysieke vrijheid die gelijk was een die van mannen. Vrouwen die fietsten, hadden ook praktischere kleding nodig want in de victoriaanse tijd waren korsetten, lange zwarte rokken, petticoats of hoepelrokken in de mode, kledingstukken die een grote belemmering waren tijdens het fietsen.
Dit nieuwe vervoermiddel hielp bij de ontwikkeling van praktischere en gender neutrale kledij voor vrouwen, zoals wijde broeken of broekrokken.
1890 – 1950 – Racefiets
Ronde 1890 vond de eerste race met fietsen plaats en de fiets werd steeds meer als racefiets ontwikkeld.
De eerste grote Franse wielrenrace vond al plaats rond de eeuwwisseling, maar het was onmogelijk om er tijdens de Tweede Wereldoorlog meer door te gaan.
In 1947 keerde het wielrenevenement voor de eerste keer terug sinds 1939. Door de oorlog en omdat er gedurende deze lange periode veel wedstrijden werden afgelast kon niemand raden wie er nu zou kunnen winnen. Duitse en Italiaanse teams waren ook uitgesloten bij de grote race (Frankrijk was op dat moment technisch gezien nog altijd in staat van oorlog met Italië). Het parcours bestond uit 20-25 ritten doorheen Frankrijk, Luxemburg en België. De wielrenner die de finish haalde in de beste tijd was de winnaar van die individuele rit. De manier om de ritten op die manier te splitsen hield stand tot de jaren tachtig. In 1953 voerde men het puntensysteem in met de groene trui (men koos voor groen omdat de race toen werd gesponsord door een grasmaaierfabrikant).
1950 – Heden – Hype – e-bike - Hypster
Fietsen in de stad is populairder geworden en de trend om te fietsen een persoonlijke uitstraling te geven volgde. Tegenwoordig zijn er over de hele wereld veel steden die een actief fietsbeleid voeren met een degelijke fietsinfrastructuur. Steeds meer mensen kiezen voor de fiets als milieuvriendelijk en goedkoop vervoersmiddel voor verplaatsingen in de stad en ook als recreatief hulpmiddel om fit te blijven. E-bike en Speed spedelecs – een elektrische fiets is een fiets die door een elekromotor aangedreven wordt al dan niet in combinatie met spierkracht. Er zijn verschillende soorten.
De fiets is nu zo’n 200 jaar oud en de ontwikkeling gaat nog steeds door. Hoewel er betwistbare bewijzen zijn dat er voor 1800 fietsen bestonden neemt met algemeen aan dat de eerste fiets in 1817 in Duitsland is uitgevonden door een zekere Baron Karl van Drais. Zo is de cirkel rond.
By Henri Bruyneel.